Groeiende kerkgemeenschappen

Het kerkbezoek bij traditionele Nederlandse kerken loopt al een tijd terug. Haaks op die ontwikkeling staat de groei van internationale en migrantenkerken. Inmiddels telt Nederland zo’n 1 miljoen migrantenchristenen. Ze zijn Oosters of Oriëntaals Orthodox, katholiek of pinksterchristenen en komen vanuit alle windstreken: Azië, Afrika, Latijns-Amerika of Europa. Wat betekent deze ontwikkeling? Een toelichting vanuit SKIN (Samen Kerk in Nederland).

Als landelijke koepel en belangenbehartiger van de internationale kerken staat SKIN dagelijks in contact met deze kerkgemeenschappen. Het zijn groeiende kerkgemeenschappen die niet alleen een religieuze rol spelen, maar ook een belangrijke maatschappelijke bijdrage leveren. Uit verschillende onderzoeken, bijvoorbeeld door het Verwey Jonker instituut, blijkt dat ze de samenleving miljoenen per jaar besparen door hun maatschappelijke inzet en onderlinge hulp.

Huisvestingssituatie

Ondanks hun enorme maatschappelijke bijdrage, hebben deze gemeenschappen moeite met het vinden van een geschikte ruimte voor de geloofsbelijdenis. Bij SKIN is het niet ongebruikelijk om te horen dat een kerk in tien jaar tijd 4 tot 5 keer heeft moeten verhuizen. Helaas blijven deze gemeenschappen hierdoor een zwervend, instabiel bestaan leiden. En dat gaat ten koste van hun maatschappelijke inzet en integratie.

Hoe het beter kan

Om de positie van deze kerkgemeen schappen te verbeteren is samenwerking nodig. Zo kunnen gevestigde kerkgenootschappen onderzoeken of hun gebouw te verhuren is aan andere kerkgenootschappen. Of, als ze een kerkgebouw moeten afstoten, zich de vraag stellen: ‘waarom niet aan een nieuwe kerkgemeenschap?’ Soms betekent dat even verder kijken dan de maximale vraagprijs en een gevoel van solidariteit laten spreken.

Veel beleid afgesteld op krimp

Ook is het goed om te realiseren dat er niet genoeg kerkgebouwen zijn voor het aantal kerkgenootschappen. Ter illustratie. In Rotterdam zijn zo’n 200 internationale kerkgenootschappen, maar er zijn geen 200 kerkgebouwen. Andersoortige gebouwen zijn daarom nodig om alle kerken onderdak te kunnen geven. Maar hier lopen we vaak tegen het bestemmingsplan als barrière aan. Beleidsmakers hebben zo vaak gehoord dat de kerken krimpen in Nederland, dat veel beleid op krimp is afgestemd.

Voor kerken die juist groeien, zoals de migrantenkerken, is dat beleid niet erg behulpzaam. Zeker niet als migrantengemeenschappen soms noodgedwongen in panden zitten die bijvoorbeeld de bestemming ‘bedrijf’ of ‘kantoor’ hebben. Eigenlijk is er dus geen sprake van krimp, maar van een verschuiving in het kerkelijk landschap van Nederland. Tenslotte hebben de internationale en migrantenkerken zelf ook huiswerk te doen. De meeste kerken draaien op vrijwilligers, die niet altijd over de benodigde kennis of netwerk beschikken voor deze complexe vraagstukken. SKIN zet zich daarom in voor de verdere professionalisering van deze kerkleiders.

Alleen door betere samenwerking slagen we erin dat deze gemeenschappen een plekje vinden in Nederland. Een locatie van waaruit zij zichzelf verder kunnen ontplooien en (nog meer) kunnen bijdragen aan de samenleving.

Dit artikel verscheen eerder in het magazine Met Hart en Ziel: De kerk gisteren,
vandaag & morgen